Binnenveld 1850 In "duizend dingen op een dag" (Maaike Galle e.a. Ruimtelijk Planbreau, 2004) wordt opgemerkt: "In positieve zin past de mens zijn omgeving aan, maar in negatieve zin consumeert de mens zijn omgeving net zo lang tot hij deze niet meer aantrekkelijk vindt". We moeten oppassen dat het citaat niet van toepassing wordt op ontwikkelingen in en rond het Binnenveld.
Dit frame en de volgende vier zijn ontleend aan het hoofdstuk "Ontwerp voor tijd" uit bovengenoemde publicatie. De frames geven een beeld van de veranderingen in landgebruik gedurende de afgelopen 150 jaar.
Rond 1850 was het Binnenveld nog deels natuurlandschap met ‘woeste gronden’. Het gebied bestond uit een afwisseling van grasland, akkerland, moeras, , heide en hoogveen. Grootschalig bos was te vinden langs de flanken van de Veluwe.
De Gelderse Vallei werd regelmatig overstroomd door beken en rivieren. De foto uit de collectie van de gemeente Veenendaal, geeft een beeld van de overstroming van de Grift bij het Benedeneind in 1920. Tot kort voor de tweede wereld oorlog stond het gebied in de winter regelmatig onder water.
|