|
Kampen Karakteristiek voor het kampenlandschap zijn de kleinschalige ontginningen. Kampen zijn vaak eenmans-engen. Dat betekent niet dat agrarische bedrijven klein waren, maar wel dat het karakteristieke van de engen (open landschap en gemeenschappelijke ontginningen), plaats heeft gemaakt voor afzonderlijke agrarische bedrijven met erfafscheidingen en beplantingen en een onregelmatige verkaveling. Het kampenlandschap heeft daardoor een vriendelijk en besloten karakter. De erfafscheidingen, houtwallen, heggen en beplantingen fungeren als biotopen voor allerlei insecten, zangvogels en kleine zoogdieren. In het Binnenveld werden kampen aangelegd op de dekzandruggen, o.a. op de zandrug die vanaf Bennekom het Binnenveld insteekt (Nergena) en op een meer noordelijk gelegen zandrug tussen Ede en Hoekelum (Manen). De figuur rechts toont de situatie omdstreeks 1846.
|
|
|
|
|