|
Beken in de Vallei Op de stuwwallen van de Veluwe ontspringen tientallen beken die kwelwater van de Veluwe afvoeren naar lager gelegen delen van de Vallei en uitstromen in de Eem. De Eem voert het water naar de Zuiderzee. De loop van de beken werd in sterke mate bepaald door de zandruggen(in de figuur donker geel) in de Vallei en op de flanken van de heuvels. De beken hebben grote invloed gehad op het landbouwsysteem. Boeren gebruikten de essen voor de akkerbouw, de heide voor de veeteelt en de velden rondom de beken, als weiden en hooilanden. Er waren regelmatig overstromingen, maar de gronden waren wel vruchtbaar. Behalve door waterafvoer van de heuvels waren er ook vaak overstromingen vanuit de Zuiderzee in het noorden van de Vallei (gestippelde gebied) en in het zuiden (het Binnenveld) doordat de Nederrijn buiten haar oevers trad. De Vallei was altijd een gebied met veel wateroverlast. Met de rationalisatie in de landbouw, na de tweede wereldoorlog, zijn veel beken rechtgetrokken om te zorgen voor snelle, efficiƫnte waterafvoer. Momenteel is nog maar een klein deel van de beken te typeren als natuurlijk. Gelukkig zijn op diverse plekken nog wel onderdelen van de oorspronkelijke beken en bronnen bewaard gebleven. Op een aantal plaatsen zijn herstelplannen in uitvoering om bronnen en beken een natuurlijk karakter terug te geven. Natuurlijke beken met rijk begroeide oevers zijn uiterst belangrijk als ecologische verbindingsgebieden.
|
|
|