|
Eng (Es) Engen of Essen zijn aaneengesloten, open akkerbouwcomplexen op de flanken van de stuwwallen. Ze liggen tussen bos en heide, hoger op de flanken, en graslanden en venen in lager gelegen en nattere gebieden. De boerderijen werden aan de lage kant van de eng gebouwd, dichtbij de graslanden die in gebruik waren als weiden en hooilanden. De akkers werden bemest met een mengsel van heideplaggen, bosstrooisel en uitwerpselen van het vee: de z.g. potstalmest. Door jarenlange toevoeging van potstalmest ontstond een dikke laag humus, het z.g. esdek. Een eng is nu nog vaak te herkennen als een bolling in het landschap. De eerste Engen dateren uit de 13e eeuw. Rond het Binnenveld is nog maar weinig over van het "Engen landschap". Restanten zijn nog te zien bij Wageningen en ten noorden van Ede (Doesburger Eng, bovenste foto). De figuur rechtsonder (Wageningse eng, omstreeks 1846) toont de karakteristieke perceelindeling van de eng zonder erfafscheidingen. (foto Archief Gelderland)
|
|
|
|