|
Ecologische modellen Een ecologische verbindingszone (EVZ) is een strook in het landschap, die natuurgebieden met elkaar verbindt. Zo’n zone of strook kan bestaan uit natuurvriendelijke oevers, houtsingels, bosjes en struweel. Maar het kan ook een serie poelen zijn, natte weilanden of graanakkers. Dieren en planten kunnen via de zones van het ene naar het andere leefgebied verplaatsen. Vooral voor kleine populaties die met uitsterven worden bedreigd is uitwisseling tussen verschillende gebieden van groot belang. Uitwisseling draagt bij aan de vitaliteit van soorten. Het inrichten van een ecologische verbindingszone gebeurt volgens een model. Een model staat voor een type inrichting van het gebied. Modellen hebben de naam gekregen van een diersoort die zich in de desbetreffende inrichting thuis voelt. Bijvoorbeeld het model Kamsalamander, Vuurvlinder of het model Das. Als voorbeeld het model Kamsalamander, beschreven op de website van de prov. Gelderland (click op EVZ): Het model bestaat uit een corridor met stapstenen, ingebed in een landschapszone .'Natte' elementen, met name poelen, zijn essentieel. Behalve de kamsalamander kunnen ook andere zeldzame amfibieën -heikikker, boomkikker, knoflookpad- en ringslang doelsoort zijn.
Een corridor is een langgerekt, min of meer aaneengesloten gebied van tien tot vijftig meter breed met een geschikte begroeiing. Stapstenen zijn kleine leefgebieden van één tot enkele hectaren waar de soort zich kan voortplanten. De landschapszone is het totale gebied van een ecologische verbindingszone waarbinnen stapstenen en corridors kunnen worden gerealiseerd (250 tot 500 meter breed). Op de plaatjes is te zien dat voor veel soorten een passage tussen Veenendaal en Ede essentieel is. Daarom moet dit gebied met de grootste zorgvuldigheid ingericht worden! Voor Dassen en andere marterachtigen is er nauwelijks mogelijkheid om van de Utrechtse heuvelrug naar de Veluwe te komen. Daarom moet er spoedig een EVZ van het model Das door het Binnenveld worden geprojecteerd.
|
|
|
|
Model Winde: riviertjes, beken en rijk begroeide oevers. Voor vissen, libellen e.a. insecten, en vogels, bijv. de IJsvogel. Model Vuurvlinder: landschap met bloemrijke bermen en slootkanten en schrale graslanden. Voor allerlei vlinders en vogels.
|
|
|